
Hoe begin je met haken als je nog nooit hebt gehaakt?
De complete beginnersgids
Haken is weer helemaal terug – en dat is niet voor niets. Het is ontspannen, creatief, betaalbaar en je maakt er prachtige dingen mee: van knuffels tot dekens en van woonaccessoires tot kleding. Maar… als je nog nooit hebt gehaakt, kan het allemaal een beetje overweldigend voelen. Welke haaknaald heb je nodig? Welke wol werkt het beste? En hoe begin je nu echt?
Geen zorgen. In deze uitgebreide gids leg ik alles uit wat je als absolute beginner moet weten. Pak een kop thee, neem een momentje voor jezelf en ontdek hoe eenvoudig en leuk haken kan zijn.
Wat heb je nodig om te beginnen?
Je hebt maar een paar materialen nodig om te starten. Houd het simpel – dat werkt het fijnst.
1. Een haaknaald (maat 4–5 mm)
Voor beginners is een middelmaat haaknaald ideaal, meestal 4 mm of 5 mm.
Deze maat ligt lekker in de hand en past goed bij de meest gebruikte garens.
Tip: Kies een ergonomische haaknaald als je last hebt van je handen. Die liggen prettiger vast.
2. Garen voor beginners
Niet elk garen haakt even makkelijk. Kies voor:
-
Acryl (licht, goedkoop, soepel)
-
Katoen-acrylmix (stevig maar niet te stug)
-
Garen met label “gemiddeld/dk/light worsted”
Vermijd in het begin pluizig garen of hele dunne draad – daarmee zie je je steken minder goed.
3. Schaartje & stopnaald
Om draadjes af te knippen en later netjes weg te werken.
4. Steekmarkeerder (optioneel maar handig)
Vooral fijn wanneer je in rondjes haakt.
De basissteken die je als beginner moet kennen
Je hebt maar een paar steken nodig om al heel veel creaties te kunnen maken. Hieronder leg ik ze heel eenvoudig uit.
1. Magische ring (Magic Ring)
Een techniek om in het rond te starten. Perfect voor knuffels, mandjes en onderzetters. Je maakt een ring van draad en haakt de eerste steken er direct in.
2. Losse (Chain – “ch”)
De meest basale steek. Bijna ieder project begint met een rij lossen.
Je maakt een ketting van lussen die je werk breedte geven.
3. Vaste (Single Crochet – “sc”)
De vaste is de belangrijkste steek voor beginners.
Stevig, overzichtelijk en ideaal voor amigurumi (gehaakte knuffels).
4. Halfstokje (Half Double Crochet – “hdc”)
Iets hoger dan een vaste maar nog steeds stabiel.
Fijn voor sjaals en dekens.
5. Stokje (Double Crochet – “dc”)
Een luchtige, hoger steek waarmee je sneller resultaat ziet.
Veel gebruikt in sjaals, omslagdoeken en truien.
Hoe lees je een haakpatroon?
Patronen lijken soms een soort geheimtaal, maar dat valt mee.
Meestal kom je deze afkortingen tegen:
-
ch = chain / losse
-
sc = vaste
-
hdc = halfstokje
-
dc = stokje
-
slst = halve vaste
-
inc = meerderen
-
dec = minderen
In het begin is het handig om het patroon zin voor zin te volgen en je haakwerk naast de instructie te leggen. Na een paar projecten herken je de afkortingen vanzelf.
Begin rustig: kies een simpel eerste project
Veel beginners maken de fout om meteen een grote deken of ingewikkeld kledingstuk te willen haken. Dat hoeft niet – en werkt vaak juist frustrerend.
Hier zijn drie makkelijke eerste projecten:
⭐ 1. Onderzetter
Een klein, rond project. Hierdoor leer je haken in het rond, meerderen en tellen.
⭐ 2. Vierkant pannenlapje
Je oefent lossen, vasten en toer na toer haken. Heerlijk simpel.
⭐ 3. Basic sjaal
Minder telwerk, veel herhaling → perfecte oefening.
Met deze projecten leer je alle basistechnieken zonder stress..

Begin met een ketting en leer de haaknaald gebruiken.
Wanneer je begint met haken, is de ketting haken altijd je eerste echte stap. Deze ketting vormt de basis van bijna elk haakproject. Gelukkig is het een eenvoudige techniek die je snel onder de knie krijgt.
1. Maak een slipknot
Begin met een opzetlus (slipknot):
-
Leg de draad over je vingers en maak een lus.
-
Trek de werkdraad door de lus heen zodat er een knoop ontstaat die je strak kunt aantrekken.
-
Schuif de lus om je haaknaald en trek licht aan.
2. Houd je draad goed vast
Houd de haaknaald in je dominante hand en de draad in je andere hand.
Zorg dat de werkdraad soepel over je wijsvinger loopt, zodat je spanning kunt houden.
3. Maak je eerste kettingsteek
-
Sla de draad van achter naar voren om je haaknaald (dit heet overslaan of yarn over).
-
Trek de lus door de lus die al op je haaknaald zit.
-
Je hebt nu je eerste kettingsteek gemaakt!
4. Herhaal tot je genoeg steken hebt
Elke keer dat je de draad omslaat en door de lus haalt, maak je een nieuwe kettinsteek.
Let op:
-
Probeer alle steken ongeveer even groot te houden.
-
Trek niet te strak, anders wordt het lastig om later in te steken.
-
Te los mag natuurlijk ook, maar dan ziet het werk minder netjes uit.
5. Tips
Gaat het eerst wat wiebelig of ongelijk? Dat is heel normaal!
Probeer ritme te vinden: omslaan → doorhalen → omslaan → doorhalen.
Na een paar minuten merk je dat je steken vanzelf gelijkmatiger worden.
Veelgemaakte beginnersfouten (en hoe je ze voorkomt)
1. Te strak haken
Beginners knijpen vaak in hun haaknaald.
➡️ Ontspan je schouders en adem letterlijk even uit.
2. Verkeerde garenmaat gebruiken
Dunne wol met dikke haaknaald geeft gaten.
Dikke wol met dunne naald voelt als worstelen.
Gebruik daarom de aanbeveling op het garenlabel als richtlijn.
3. Steken verliezen of erbij krijgen
Dit gebeurt vaak aan het begin of einde van een toer.
➡️ Tel per toer eens na: het scheelt veel frustratie.
4. Meteen een moeilijk patroon kiezen
Stap voor stap leren werkt echt beter.
Je plezier blijft groter en je ziet sneller resultaat.
Praktische tips die het haken makkelijker maken
-
Gebruik lichtgekleurd garen: daarop zie je elke steek.
-
Zorg voor goed licht tijdens het haken.
-
Oefen de basissteken 10–15 minuten per dag in plaats van één lange sessie.
-
Bekijk video’s als je visueel bent ingesteld – haken is een bewegende techniek.
-
Wees lief voor jezelf: iedereen maakt fouten.
Waarom haken zo’n fijne hobby is
Haken is meer dan draad en een naald.
Het is rust, creativiteit, ontspanning én voldoening in één.
-
Het vermindert stress.
-
Je kunt het overal doen.
-
Je maakt iets met je eigen handen.
-
Je kunt persoonlijke cadeautjes haken.
-
En het kost nauwelijks materiaal om te starten.
Iedere nieuwe steek is een overwinning.
En voor je het weet, haak je zonder na te denken.
Tot slot
Als je nog nooit hebt gehaakt, lijkt het misschien even zoeken. Maar geloof me: iedereen kan het leren. Haken is niet moeilijk – het is nieuw. En alles wat nieuw is, wordt vanzelf vertrouwd als je het vaker doet.
Begin klein, neem je tijd, en geniet vooral van het proces.
reacties op “Haken voor Beginners – Zo start je als je nog nooit hebt gehaakt”